maandag 23 december 2013

Kerstmis

Het is koud op station Dieren
Nog fokking 10 minuten voordat die kut trein komt

Terwijl ik een goedkope Duitse sigaret opsteek
Zie ik een man in een oude jas en afgetrapte schoenen iedereen langs gaan
Om iets te vragen

Ik hoor niet wat want ik heb Waylon in m'n oren kreunen

Halverwege mijn sigaret loopt hij op me af en stelt me
Waarschijnlijk dezelfde vraag
Die hij iedereen al heeft gesteld

Ik trek een oordopje uit en kijk hem aan
De colafles gevuld met aanmaak limonade
Maakt een vrolijk klotsend geluid in zijn verkleumde hand

Heeft u 20 cent voor me
Met een ijzeren blik kijk ik hem aan en met een toon
Alsof hij me de wereld vroeg (hoe durftie...)
Zeg ik nee

Zijn schouders zakken nog wat en hij loopt van me weg
Ijsberend over het perron maakt hij dat iedereen zich ongemakkelijk voelt
Hij mompelt wat onder zijn adem

De trein komt
Het perron loopt leeg
Hij ziet zijn scheldgieters vertrekken

Alsof ik me bedenk mis ik mijn trein en haal een bekertje koffie voor hem
'T is godverdomme wel bijna kerst he...

vrijdag 3 mei 2013

De geur van verschraalde hitte
En bittere sigarettenrook

Herman van Veen resoneert in mijn hart

Het is laat maar
Nog niet te laat voor een laatste borrel

Ik schrijf als een man, leef celibatair als een non

De nacht houdt niet op

donderdag 14 maart 2013

Strapuzy #5

Jaargang 2 begint met een dikke Strapuzy #5. De presentatie vind 7 april plaats in cafe Vrijdag. Aanvang 20:00 uur. De volgende schrijvers mogen zich vanaf die avond Strapuzionist noemen; Abdelkader Benali, Anna Foma, Anna van der Kruis, Annika van der Mee, Barbara Beckers, Bianca Hendriks, Frank van der Mee, Freddy Nekkers, Hannah van Wieringen, Hanneke Hendrix, Hanneke Last, Jan van Mersbergen, Jesse Laport (winnaar viltjespoezie wedstrijd), Jibbe Willems, Katinka Polderman, Marjolein van Heemstra, Marjon Zomer, Rinske Kegel, Roos Vlogman & onze eigen viezerik Ryan Yossa.

donderdag 7 maart 2013

AZC

Ze hadden geleden
Maar omdat ze
Samen leden
Deed het geen pijn

Nu is ze alleen
Een begin
Een leven, wachtend
Om beschreven te worden

De woorden doven uit in haar mond

Hip

30 = niet hip
Hele rijen jongens
Met hun broek
Onder hun reet
Trekken aan me voorbij

Giechelende meisjes
Met z'n tweetjes in een hok
Opgetut in een kledingstijl
Die ik al lang
Niet meer snap

Halve meters
Pleepapier aan hun schoen
Ze lachen elkaar erom uit

Het word later
En de hippe outfits
Verzakken met de minuut

Ik sta ernaast
Nog steeds even netjes
Als toen de avond begon

30 = niet hip

maandag 18 februari 2013

Geloof

Niets gaat kapot
Als je maar bid

Om het even welke God
Is bereid alles
Voor je op te lossen
Als je maar geloofd

Dus zit ik hele dagen
In een houten bankje
De handen vroom gevouwen
Een gesprek te richten
Aan iemand die er niet is

Ik voer een ongelofelijk monoloog
Terwijl alles om me heen kapot gaat

Ik buig het hoofd
Voor zoveel macht
En kom van een koude kerk
Thuis

Mistig

Mistig fietsen door onduidelijke straten
Geen helder licht meer vandaag
In mijn tas klingelen de flessen Boris tegen elkaar
Een ranzige sms van de man die niet mee mocht

Slingerend door het park
Zie ik de stoep te laat
Gooit me neer
Zonder lijn of richting
Ik kan niet meer

Morgen stop ik met drinken

maandag 4 februari 2013

Schaamte

De man die huilde
Op de rand van mijn bed
Omdat alles zo hopeloos
Nodeloos was dat hij
Het liefst naakt en al
Zou sterven in mijn armen

Overleefde die nacht
En belde me nooit meer op

Maria

De pijn zit naast me
En kijkt met andere ogen
Naar het ongelofelijke vertoon
Van vrome eenzaamheid

Ze giechelt om de schijnheilige gezichten
Die staan te zingen
Alsof ze verwachten
Gestraft te zullen worden

De raar uitgesproken Russische woorden

Wees gegroet Maria
Gezegend is de vrucht
Van uw schoot

Die van haar ligt op de badkamervloer

Inderdaad ja...

Moscowa

Ik wil graag sterven
In de winter
Zodat de grafdelvers van Moscowa
De grond moeten loswrikken
De bevroren regenwurmen
In tweeën hakkend

Ik wil graag sterven op Moscowa
Want vanaf daar
Weet ik de weg

Insomnia

Rode ogen van de waanzin
De slapeloze nachten breken op
Er straalt niks meer van me uit
Leeg en achteloos zit ik op de bank

Twee weken geleden heb ik mij
Officieel en compleet nutteloos verklaard
Degene die er altijd is
Maar zich nooit meer helemaal kan geven

Mijn lichaam functioneert automatisch
Aangestuurd door dat ene stukje brein
Dat het ergens nog wel snapt
Mijn geest heeft verder de energie niet meer
Om ook maar een hersenspinsel op te voeren

Hazenslaapjes houden me uit mijn slaap
Droomloze nachten volgen op
Dagen vol van nachtmerries
De angst borrelt onheil spellend in me op
Wat blijft er van me over

Als ik nooit meer kan slapen

Het oneindige plan

De oorlogen woekeren voort
Maken van opa's mannen die drinken

Steeds weer worden ze terug gestuurd naar de hel
De grootse wreedheid niet begrijpend

Er is geen plaats voor sentimentaliteiten
In de ogen van de strijders

Het enige dat bestaat is levend wegkomen
De schade bekijken we later wel

In het zachte licht van de ochtendschemering
Worden ze getergde dieren, rennend vanuit instinct

Het is rennen of sterven
Van de angst
De kogel
Of de drank