Het is koud op station Dieren
Nog fokking 10 minuten voordat die kut trein komt
Terwijl ik een goedkope Duitse sigaret opsteek
Zie ik een man in een oude jas en afgetrapte schoenen iedereen langs gaan
Om iets te vragen
Ik hoor niet wat want ik heb Waylon in m'n oren kreunen
Halverwege mijn sigaret loopt hij op me af en stelt me
Waarschijnlijk dezelfde vraag
Die hij iedereen al heeft gesteld
Ik trek een oordopje uit en kijk hem aan
De colafles gevuld met aanmaak limonade
Maakt een vrolijk klotsend geluid in zijn verkleumde hand
Heeft u 20 cent voor me
Met een ijzeren blik kijk ik hem aan en met een toon
Alsof hij me de wereld vroeg (hoe durftie...)
Zeg ik nee
Zijn schouders zakken nog wat en hij loopt van me weg
Ijsberend over het perron maakt hij dat iedereen zich ongemakkelijk voelt
Hij mompelt wat onder zijn adem
De trein komt
Het perron loopt leeg
Hij ziet zijn scheldgieters vertrekken
Alsof ik me bedenk mis ik mijn trein en haal een bekertje koffie voor hem
'T is godverdomme wel bijna kerst he...
maandag 23 december 2013
vrijdag 3 mei 2013
donderdag 14 maart 2013
Strapuzy #5
Jaargang 2 begint met een dikke Strapuzy #5. De presentatie vind 7 april plaats in cafe Vrijdag. Aanvang 20:00 uur. De volgende schrijvers mogen zich vanaf die avond Strapuzionist noemen; Abdelkader Benali, Anna Foma, Anna van der Kruis, Annika van der Mee, Barbara Beckers, Bianca Hendriks, Frank van der Mee, Freddy Nekkers, Hannah van Wieringen, Hanneke Hendrix, Hanneke Last, Jan van Mersbergen, Jesse Laport (winnaar viltjespoezie wedstrijd), Jibbe Willems, Katinka Polderman, Marjolein van Heemstra, Marjon Zomer, Rinske Kegel, Roos Vlogman & onze eigen viezerik Ryan Yossa.
donderdag 7 maart 2013
AZC
Ze hadden geleden
Maar omdat ze
Samen leden
Deed het geen pijn
Nu is ze alleen
Een begin
Een leven, wachtend
Om beschreven te worden
De woorden doven uit in haar mond
Maar omdat ze
Samen leden
Deed het geen pijn
Nu is ze alleen
Een begin
Een leven, wachtend
Om beschreven te worden
De woorden doven uit in haar mond
Hip
30 = niet hip
Hele rijen jongens
Met hun broek
Onder hun reet
Trekken aan me voorbij
Giechelende meisjes
Met z'n tweetjes in een hok
Opgetut in een kledingstijl
Die ik al lang
Niet meer snap
Halve meters
Pleepapier aan hun schoen
Ze lachen elkaar erom uit
Het word later
En de hippe outfits
Verzakken met de minuut
Ik sta ernaast
Nog steeds even netjes
Als toen de avond begon
30 = niet hip
Hele rijen jongens
Met hun broek
Onder hun reet
Trekken aan me voorbij
Giechelende meisjes
Met z'n tweetjes in een hok
Opgetut in een kledingstijl
Die ik al lang
Niet meer snap
Halve meters
Pleepapier aan hun schoen
Ze lachen elkaar erom uit
Het word later
En de hippe outfits
Verzakken met de minuut
Ik sta ernaast
Nog steeds even netjes
Als toen de avond begon
30 = niet hip
maandag 18 februari 2013
Geloof
Niets gaat kapot
Als je maar bid
Om het even welke God
Is bereid alles
Voor je op te lossen
Als je maar geloofd
Dus zit ik hele dagen
In een houten bankje
De handen vroom gevouwen
Een gesprek te richten
Aan iemand die er niet is
Ik voer een ongelofelijk monoloog
Terwijl alles om me heen kapot gaat
Ik buig het hoofd
Voor zoveel macht
En kom van een koude kerk
Thuis
Als je maar bid
Om het even welke God
Is bereid alles
Voor je op te lossen
Als je maar geloofd
Dus zit ik hele dagen
In een houten bankje
De handen vroom gevouwen
Een gesprek te richten
Aan iemand die er niet is
Ik voer een ongelofelijk monoloog
Terwijl alles om me heen kapot gaat
Ik buig het hoofd
Voor zoveel macht
En kom van een koude kerk
Thuis
Mistig
Mistig fietsen door onduidelijke straten
Geen helder licht meer vandaag
In mijn tas klingelen de flessen Boris tegen elkaar
Een ranzige sms van de man die niet mee mocht
Slingerend door het park
Zie ik de stoep te laat
Gooit me neer
Zonder lijn of richting
Ik kan niet meer
Morgen stop ik met drinken
Geen helder licht meer vandaag
In mijn tas klingelen de flessen Boris tegen elkaar
Een ranzige sms van de man die niet mee mocht
Slingerend door het park
Zie ik de stoep te laat
Gooit me neer
Zonder lijn of richting
Ik kan niet meer
Morgen stop ik met drinken
maandag 4 februari 2013
Schaamte
De man die huilde
Op de rand van mijn bed
Omdat alles zo hopeloos
Nodeloos was dat hij
Het liefst naakt en al
Zou sterven in mijn armen
Overleefde die nacht
En belde me nooit meer op
Op de rand van mijn bed
Omdat alles zo hopeloos
Nodeloos was dat hij
Het liefst naakt en al
Zou sterven in mijn armen
Overleefde die nacht
En belde me nooit meer op
Maria
De pijn zit naast me
En kijkt met andere ogen
Naar het ongelofelijke vertoon
Van vrome eenzaamheid
Ze giechelt om de schijnheilige gezichten
Die staan te zingen
Alsof ze verwachten
Gestraft te zullen worden
De raar uitgesproken Russische woorden
Wees gegroet Maria
Gezegend is de vrucht
Van uw schoot
Die van haar ligt op de badkamervloer
Inderdaad ja...
En kijkt met andere ogen
Naar het ongelofelijke vertoon
Van vrome eenzaamheid
Ze giechelt om de schijnheilige gezichten
Die staan te zingen
Alsof ze verwachten
Gestraft te zullen worden
De raar uitgesproken Russische woorden
Wees gegroet Maria
Gezegend is de vrucht
Van uw schoot
Die van haar ligt op de badkamervloer
Inderdaad ja...
Moscowa
Ik wil graag sterven
In de winter
Zodat de grafdelvers van Moscowa
De grond moeten loswrikken
De bevroren regenwurmen
In tweeën hakkend
Ik wil graag sterven op Moscowa
Want vanaf daar
Weet ik de weg
In de winter
Zodat de grafdelvers van Moscowa
De grond moeten loswrikken
De bevroren regenwurmen
In tweeën hakkend
Ik wil graag sterven op Moscowa
Want vanaf daar
Weet ik de weg
Insomnia
Rode ogen van de waanzin
De slapeloze nachten breken op
Er straalt niks meer van me uit
Leeg en achteloos zit ik op de bank
Twee weken geleden heb ik mij
Officieel en compleet nutteloos verklaard
Degene die er altijd is
Maar zich nooit meer helemaal kan geven
Mijn lichaam functioneert automatisch
Aangestuurd door dat ene stukje brein
Dat het ergens nog wel snapt
Mijn geest heeft verder de energie niet meer
Om ook maar een hersenspinsel op te voeren
Hazenslaapjes houden me uit mijn slaap
Droomloze nachten volgen op
Dagen vol van nachtmerries
De angst borrelt onheil spellend in me op
Wat blijft er van me over
Als ik nooit meer kan slapen
De slapeloze nachten breken op
Er straalt niks meer van me uit
Leeg en achteloos zit ik op de bank
Twee weken geleden heb ik mij
Officieel en compleet nutteloos verklaard
Degene die er altijd is
Maar zich nooit meer helemaal kan geven
Mijn lichaam functioneert automatisch
Aangestuurd door dat ene stukje brein
Dat het ergens nog wel snapt
Mijn geest heeft verder de energie niet meer
Om ook maar een hersenspinsel op te voeren
Hazenslaapjes houden me uit mijn slaap
Droomloze nachten volgen op
Dagen vol van nachtmerries
De angst borrelt onheil spellend in me op
Wat blijft er van me over
Als ik nooit meer kan slapen
Het oneindige plan
De oorlogen woekeren voort
Maken van opa's mannen die drinken
Steeds weer worden ze terug gestuurd naar de hel
De grootse wreedheid niet begrijpend
Er is geen plaats voor sentimentaliteiten
In de ogen van de strijders
Het enige dat bestaat is levend wegkomen
De schade bekijken we later wel
In het zachte licht van de ochtendschemering
Worden ze getergde dieren, rennend vanuit instinct
Het is rennen of sterven
Van de angst
De kogel
Of de drank
Maken van opa's mannen die drinken
Steeds weer worden ze terug gestuurd naar de hel
De grootse wreedheid niet begrijpend
Er is geen plaats voor sentimentaliteiten
In de ogen van de strijders
Het enige dat bestaat is levend wegkomen
De schade bekijken we later wel
In het zachte licht van de ochtendschemering
Worden ze getergde dieren, rennend vanuit instinct
Het is rennen of sterven
Van de angst
De kogel
Of de drank
Abonneren op:
Posts (Atom)